Uitleg over ‘ons’ orthodoxe kerkgebouw
De indeling van een orthodoxe kerkgebouw doet nog sterk denken aan de joodse tempel inJeruzalem. Er is een Voorportaal of Narthex waar wij het stof van onze schoenen en het stof op onze ziel achterlaten om ons voor te bereiden op een ontmoeting met God; het Heilige of Naos, waar de gelovigen -liefst staande – (staan voor Gods Aangezicht is de meestoorspronkelijke gebedshouding) de Heilige Diensten meevieren en het Heilige der Heiligen of het Heiligdom dat van de rest van de kerk is afgescheiden door de ikonostase of beeldenwand met de Voorhang, het gordijn, waarachter zich het Altaar bevindt met de Zevenarmige Kandelaar.
In het Heiligdom staat het Altaar (kubusvormig). Daarop staat de Zevenarmige Kandelaar, het Artoforion
(tabernakel), waarin de Eucharistische Gaven bewaard worden voor de Ziekencommunie. Op het Altaar ligt het Evangelieboek met daaronder het Antimension, de doek waarop de Heilige Eucharistie wordt gevierd en die te vergelijken is met de katholieke Altaarsteen. Achter het Orthodoxe Altaar ziet u nog het stenen r.k. Altaar met daarboven het grote Christusbeeld en dat nog gebruikt wordt voor de plaatsing van liturgisch vaatwerk en de Wijding van iconen. Op dit Altaar bevindt zich tevens een grote icoon van de H.Drieëenheid, weergegeven als de drie Engelen die de aartsvader Abraham bezoeken. Deze icoon is een kopie van de beroemde icoon geschilderd door de H.Andrei Roebljov.
Links in het Heiligdom staat een kleinere tafel, de Proskomidie. Daarop worden vóór de Dienst de heilige Gaven van Brood en Wijn voorbereid, om later in de Dienst met de Grote Intocht door de Kerk heen naar het Altaar gedragen te worden. Rechts in het Heiligdom is het Diakonikon, met tafel en kasten voor de liturgische gewaden voor de geestelijken.
De Ikonostase
De functie van de Ikonostase is enerzijds de verhulling van het Heilige, anderzijds juist de verbindende schakel hiermee.
Op de deuren van de Koninklijke Poort de Verkondiging van de aartsengel Gabriël aan de Maagd Maria.
Rechts van de zuid deur bevindt zich altijd de ikoon van de H.Joannes de Doper. Links van de noorddeur bevindt zich de ikoonvan de Kerkpatroon, in ons geval dus de Myrondraagsters die op de Paasmorgen met hun reukwerk naar het Graf komen en voor het Graf de Engel zien, die tot hen spreekt: “Hij is niet hier, want Hij is opgestaan” (Matth. 28:6).
Boven deze zgn. “Poortikonen” bevindt zich de rij van de Grote Feesten van het Orthodoxe Kerkelijk jaar, in de volgorde van hun feestdatum. Boven de Koninklijke Poort de icoon van het Laatste Avondmaal.
In de Diensten worden zij evenals de gelovigen, bewierookt. Ook deze iconen zijn niet willekeurig opgehangen, maar tonen een vast patroon.
In het midden van de Naos ziet u ook iconen op een lessenaar ter verering uitgesteld. Het zevende Oecumenische Concilie te Nicea in 787 heeft bepaald dat de aanbidding alleen toekomt aan God, dat echter aan het Evangelieboek, het Kruis en aan de iconen een betrekkelijke verering toekomt. Omdat Christus Mens is geworden, kunnen wij Hem zien, horen en aanraken en daardoor is Hij ook afbeeldbaar geworden op de iconen. De verering gebracht aan de ikonen van de Heer, de Alheilige Moeder Gods en de Heiligen is dus geen afgoderij maar terug te voeren naar het “oerbeeld” Christus.
Op de lessenaar in het midden van de kerk ligt de Feestikoon van de Heer, de Moeder Gods of één van de Heilsmysteriën of van de Dagheilige(n); de gelovigen kunnen hieraan meteen zien, welk feest er heden wordt gevierd.
Boven de feestikoon hangt aan kettingen de ikoon van Christus de Alheerser. Normaal is deze afgebeeld in de centrale koepel van de Kerk, maar onze kerk bezit geen koepel.
Links vooraan staat de kliros, de lessenaar met de boeken voor de voorzangers.
Rechts staat de Panychidatafel, een door het Kruisbeeld bekroond tafeltje, waarop men kaarsjes brandt ter gedachtenis van dierbare overledenen en waarbij ook wel bijzondere gebedsdiensten voor de ontslapenen worden gehouden.
De Narthex
Het voorportaal of Narthex heeft ook een functie in de Diensten. Vroeger was het de plaats, waar de nog-niet-gedoopten en de boetelingen stonden. Deze mochten maar een gedeelte van de Dienst bijwonen. Vóór de eigenlijke Eucharistieviering werden zij met gebed weggezonden. Dit is nu geen gebruik meer.