Wat betekent Orthodoxie?

De Griekse naam orthodox betekent letterlijk “rechtgelovig”, het ware geloof behoudend. Deze kerk ziet zichzelf als de voortzetting van de ene, heilige, katholieke en apostolische kerk.

De kerk is in de eerste plaats een liturgische en aanbiddende kerk. De eminente orthodoxe theoloog George Florovskie verwoordde het zo: Het christendom is een liturgische religie. Eerst komt de aanbidding, vervolgens de doctrine en de discipline. Het woord orthodox kan daarom beter vertaald worden met “ware aanbidding”.

De Orthodoxe Kerk aanvaardt alleen als dogma, deze die vastgelegd zijn in de zeven oecumenische concilies. Deze gingen naast de vaststelling van de christelijke dogma’s ook over de verhoudingen met de toenmalige Romeinse maatschappij en de omgang met de niet-christelijke en eventueel ketterse stromingen. Deze erkende concilies zijn de volgende:

  • Eerste concilie van Nicea (325);
  • Eerste concilie van Constantinopel (381);
  • Concilie van Efeze (431);
  • Concilie van Chalcedon (451);
  • Tweede concilie van Constantinopel (553);
  • Derde concilie van Constantiopel (680);
  • Tweede concilie van Nicea. (787).

Er zijn ook nog heel wat lokale bijeenkomsten geweest (een kleine 60 in het totaal). De Orthodoxe Kerk kent een groot aantal kerken die nationaal georganiseerd zijn.

Kenmerken van de Orthodoxe Kerk:

  1. Zij is trouw aan het onveranderlijke apostolische geloof.
  2. Zij is trouw aan de kerkelijke hiërarchische structuur. De Heilige Geest wordt beschouwd als de “Gever van de onfeilbaarheid” aan de kerk waarvan Christus het hoofd is.
  3. Het hoofd van de Orthodoxe Kerk is haar stichter Jezus Christus.
  4. Zij heeft een gedecentraliseerde structuur. Zij is het geestelijk “Lichaam van Christus”.
  5. De orthodoxe theologie is uitdrukking van de Goddelijke Openbaring.
  6. De leer van de kerkvaders is voor de orthodoxe gelovige gezaghebbend. Het gebedsleven en persoonlijke ascese spelen een grote rol. Orthodoxe theologie is het antwoord op de manifestatie van de Heilige Geest uitgedrukt in liturgie, gebed en heiliging van elk levensaspect.
  7. Ze wordt niet centraal geleid. Ze kent geen equivalent voor de hoogste autoriteit. De oecumenische patriarch van Constantinopel is de ere-primaat van de gehele kerk. Hij is de “Primus inter Pares” of de eerste onder de gelijken. Hij is de voorzitter. Hij is ook verantwoordelijk daar waar orthodoxe christenen een minderheid vormen.

De voornaamste verschil- en geschilpunten tussen de Rooms-Katholieke en de Orthodoxe Kerk:

  • De universele jurisdictie en onfeilbaarheid van de paus wordt door de orthodoxe kerk niet erkend. De pauselijke suprematie wordt niet aanvaard omdat deze tegen de conciliaire structuur van de kerk is.
  • Bisschoppen werden aangesteld door de apostelen die op hun beurt zijn aangesteld door Christus. Vandaar dat de laatmiddeleeuwse bewering van de paus van Rome, dat hij de plaatsvervanger van Christus zou zijn, voor de orthodoxen onaanvaardbaar is. Tijdens het eerste millennium van de onverdeelde Kerk werd hij canoniek enkel als een opvolger van de apostel Petrus erkend, zijnde de eerste onder de gelijken. De bewering “Plaatsvervanger van Christus” te zijn verdeelt de Hemelse en de aardse kerk in twee entiteiten. Christus is voor orthodoxen hoofd van beiden.
  • Een historisch strijdpunt met de westerse kerken is de theologische kwestie over de voortkomst van de Heilige Geest. In het westen heeft men in de 8e eeuw aan de geloofsbelijdenis van Nicea – Constantinopel het zogenaamde “Filioque” toegevoegd. Vanaf dat ogenblik leerde de R.K.-Kerk dat de Heilige Geest niet alleen uit de Vader maar ook uit de Zoon voortkomt. Deze toevoeging ontstond in de 8e eeuw in Spanje en is door de orthodoxen nooit aanvaard geworden. De orthodoxe kerk leert echter dat de Heilige Geest uit de Vader door de Zoon voortkomt. Dit is niet zomaar een geschil over het gebruik van een voorzetsel. Het is essentieel voor het begrip van de Drie-eenheid. De Vader schept door de Zoon in de Heilige Geest. De Zoon en de Geest zijn als de handen van de Vader (Athanasius de Grote). De Geest rust ten allen tijde op de Zoon, komt uitsluitend uit de Vader voort en wordt door de Zoon aan de mensen geschonken. Wij zijn geschapen naar het beeld van God en dus naar het beeld van de Drie-eenheid. Het beeld van de Drie-eenheid is in ons.
  • De Orthodoxe Kerk verwerpt de leer van het Vagevuur, de doop met enkel besprenkeling (alleen volledige onderdompeling), het niet toestaan van een scheiding tussen man en vrouw (in de orthodoxe kerk tot tweemaal toegestaan) en het gebruik van ongedesemd brood bij de liturgie. De Onbevlekte Ontvangenis van Maria en de Tenhemelopneming van Maria zijn geen dogma’s in de orthodoxe Kerk.
  • Kenmerkend is, naast fresco’s en mozaïeken , het gebruik van de vele iconen in de Orthodoxe Kerk.
  • De liturgie is anders en wordt als onveranderlijk beschouwd. De mensen staan in plaats van te zitten. Tussen altaar en gelovigen bevindt zich de iconenwand of iconostase. Deze vormt de scheiding tussen het altaar en het schip van de kerk.
  • De orthodoxe spiritualiteit is sterk beïnvloed door het monnikendom. Het Jezus-gebed is een kort gebed dat door de monniken, maar ook door veel leken, voortdurend herhaald wordt bij alle bezigheden.
  • Priesters kunnen gehuwd zijn. Hun priesterwijding bevestigt hun gehuwde of celibataire levensstaat (vergelijkbaar met de diakens in de katholieke kerk). Bisschoppen worden altijd uit monniken gekozen en zijn altijd ongehuwd.

Al met al lijken dit geen al te grote verschillen. De orthodoxe filosoof en theoloog Steinhardt zei echter: “Het orthodoxe en het katholieke geloof zijn zustergeloven van elkaar. Het verschil tussen beide geloven is echter even groot als de afstand tussen hemel en aarde”.

Hoe maken orthodoxen het kruisteken?
Richt u naar de icoon, laat de armen langs uw lichaam hangen, sta rechtop, breng duim, wijs- en middelvinger bij elkaar (zij representeren de drie-eenheid: Vader, Zoon en H. Geest), de twee andere vingers buig je naar de handpalm toe (zij staan voor de twee naturen van Christus: volledig God en volledig mens). Door de hand te bewegen naar uzelf, maakt u het teken van incarnatie (menswording) van God. Raak het voorhoofd aan, de borst, de rechterschouder en tot slot de linkerschouder. Zo offeren wij onze gedachten (hoofd), gevoelens (borst), onze goede daden (rechts), en onze slechte daden (links) op aan God en vragen om vergeving. Het teken van rechts naar links herinnert ons aan de “Goede” rover die tegelijk met Christus werd gekruisigd, berouw toonde en naar het paradijs ging. Dit doet men tweemaal. Na elk kruisteken buigt men en raakt men de grond aan. Dan gaat men met de mond tot bij de icoon en kust deze (ons hart, onze emoties). Dan met het voorhoofd (onze rede, ons verstand). Tenslotte maakt men nog een derde kruisteken. Door de grond aan te raken erkennen we onze onvolkomenheid door ons aards geschapen zijn.

Nog enkele praktische zaken:

  • Wanneer men een huis binnengaat zal men eerst de gastheer begroeten. Men doet hetzelfde in een orthodoxe kerk want dit is het huis van Christus. Op de analoi ligt de Verrijzenisicoon of de Icoon van het Feest. Dus is het maar normaal dat men eerst aandacht schenkt aan de gastheer. Men gaat eerst deze icoon begroeten (men maakt een kruisteken en buigt). Vervolgens gaat men naar de iconen van Christus en de Moeder Gods. Daarna kan men het overige deel van de kerk bezoeken. Bij het verlaten van de kerk doet men hetzelfde. In het dagelijks leven neemt men na een bezoek ook afscheid van de bewoner.
  • Het vereren van een icoon gebeurt met de armen langs of losjes gekruist voor het lichaam. (Dus niet met de armen op de rug). Als men zit slaat men de benen niet over elkaar, noch kruist men de voeten. Ook met de armen voor de borst gekruist wordt niet gewaardeerd. Men is geen toeschouwer aan de Heilige Diensten, maar een deelnemer.
  • Sta recht wanneer het altaar, de iconen en de gelovigen gezegend of bewierookt worden door de priester of diaken. Sta ook recht bij het lezen van het H. Evangelie, de Geloofsbelijdenis, de Eucharistische Canon en het Onze Vader.
  • De Intercommunie bestaat – net zoals in de R.K.-Kerk – in onze Kerk niet. De scheuring tussen de verschillende Kerken is een zeer trieste feit. Verschillende kerkleiders zijn heden ten dage heel hard bezig om als Kerk weer één te worden. De H. Communie hoort deze eenheid uit te drukken; zij is doel, en géén middel om deze eenheid te bereiken. U mag hier anders over denken, maar respecteer onze opvatting en stel de priester niet voor een voldongen feit om toch tot de H. Communie te naderen. Het is voor hem al triest genoeg dat deze scheuring in de Kerken bestaat; het wordt voor hem alleen nog triester als hij door deze scheuring de H. Communie moet weigeren aan een dopeling van een niet-Orthodoxe Kerk.
De Goddelijke Liturgie
De Goddelijke Liturgie is de beste manier om de verbondenheid met het mysterie van God te beleven. Zoals het in een van de gebeden luidt; “Gij zijt onze God, niet in woorden te vangen, in onze gedachten niet te vatten, met onze ogen kunnen wij U niet zien, ons verstand kan U niet peilen”.
Het is een liturgie waarvan het verloop vast ligt, en die niet afhankelijk is van de persoonlijke stempel van de voorgangers. Ze biedt ruimte om de aandacht te vestigen op het heilige, om uit te stijgen boven het individuele en het alledaagse.

De viering is een voortdurende gezongen dialoog tussen de aanwezigen: priesters, diakens, lezers, het koor, en iedereen die bij de viering aanwezig is. Zo draagt iedereen bij aan de viering; we zijn geen toeschouwers, maar deelnemers. De hele gemeenschap, voorgangers en gelovigen, richten zich samen tot God. Daarom is het woord “Amen”, uitgesproken door de ganse gemeenschap zo belangrijk. Iconen spelen een grote rol. De iconen zijn niet bedoeld als kunstwerk of illustratie, maar willen uitdrukken dat God zich in ieder mens laat zien, in verleden, heden en toekomst. Ieder mens is een icoon, geschapen naar Gods beeld.
De Goddelijke Liturgie spreekt alle zintuigen aan: door de kleurrijke iconen , de brandende lampjes en kaarsen (zicht), de geurende wierook (reuk), het melodieuze gezang (gehoor), de buigingen (tastzin) en zeer zeker het nuttigen van de H. Communie.

De Koninklijke Deuren
De centrale deuren van de iconostase worden de Koninklijke Deuren genoemd. De Koninklijke Deur is de triomfpoort van de zegepralende Christus. Deze deuren zijn heilig en blijven soms gesloten. Heden ten dage is er een tendens om ze te openen bij het begin van de Goddelijke Liturgie en ze voor de ganse duur ervan open te laten (dit verschilt wel van land tot land). Het is enkel tijdens de Goddelijke Liturgie dat de priester ze opent om het heiligdom binnen te treden, waar hij het brood en de wijn consacreert.

Op vrijwel alle Koninklijke Deuren is de voorstelling van de Verkondiging aan de Moeder Gods afgebeeld. Het begin van de heilsgeschiedenis wordt aldus in beeld gebracht. Het Woord van God is mens geworden en is tot ons gekomen door de deur van de Maagd Maria. Op de deur staan ook de vier Evangelisten afgebeeld. Zij hebben de Blijde Boodschap, het Evangelie van Jezus Christus opgeschreven en aan ons overgeleverd. Boven de Koninklijke Deuren zien we de icoon van het Laatste Avondmaal. Het is aan de Koninklijke Deur dat de gelovigen het Lichaam en Bloed van Christus (Communie) ontvangen. De centrale plaats van het Laatste Avondmaal leert ons dat het fundament van het christelijk leven de Communie is.